Concreet wordt het camerabewakingssysteem ingezet voor de volgende doeleinden: 

1. Het verhogen van het algemene leefbaarheids- en veiligheidsgevoel van eigenaars, huurders, bewoners en bezoekers. 

2. Het beschermen van eigendommen. 

3. Het voorkomen/aanpakken/beëindigen/minimaliseren van overlast. 

4. Het voorkomen/aanpakken/beëindigen/minimaliseren van vernieling en vandalisme. 

5. Het voorkomen/aanpakken/beëindigen/minimaliseren van criminele activiteiten. 

6. Het ondersteunen van private- en strafrechtelijke procedures. 

7. Het constateren en beëindigen van eventuele overtredingen van regels van de wet, huurovereenkomst, algemene huurvoorwaarden, en, waar toepasselijk, splitsingsakte, het huishoudelijk reglement en de besluiten van de VvE. 

De grondslagen voor dit cameratoezicht zijn gelegen in de uitvoering van de splitsingsakte, het Huishoudelijk Reglement, eventuele besluiten van de VvE, de huurovereenkomst en in de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van derden (andere huurders en bezoekers) en die van Schep zelf. Deze belangen wegen in dit verband zwaarder dan de belangen van betrokken personen waarvan beeldopnamen gemaakt worden. Daarvoor is van belang dat in verreweg de meeste gevallen de opnamen nooit bekeken zullen worden en conform artikel 6 gewist zullen worden.  

Alleen bij een incident zullen opnamen gericht bekeken worden. In die gevallen is het belang van de waarheidsvinding en het correct afhandelen van het incident een zwaarder wegend belang dan het belang van de betrokkene die op die beelden te zien is en niet wil dat deze beelden bekeken worden. 

1. Het cameratoezicht vindt plaats onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van de VvE, die daarmee als verwerkingsverantwoordelijke als bedoeld in art. 4.7 AVG geldt. 

2. Het bestuur van de VvE draagt er zorg voor dat er zorgvuldig en in overeenstemming met de ter zake geldende wettelijke bepalingen met het beeldmateriaal wordt omgegaan. Dit protocol vormt daarvan een uitwerking. 

3. Het bestuur van de VvE stelt beeldmateriaal, als dit nog niet in overeenstemming met artikel 6 van dit protocol is gewist, direct veilig wanneer zich een incident heeft voorgedaan en/of wanneer hiertoe een verzoek wordt gedaan door de politie. Het bestuur van de VvE kan hiervoor opdracht geven aan de samenwerkingspartner. 

4. Het beeldmateriaal wordt lokaal opgeslagen op de Molenwijk door de samenwerkingspartner, met inachtneming van de in artikel 6 van dit protocol genoemde bewaartermijnen. De samenwerkingspartner geldt in dit kader als verwerker, als bedoeld in art. 28 AVG, voor de VvE. Het bestuur van de VvE legt met de samenwerkingspartner in een verwerkersovereenkomst vast aan welke eisen op het gebied van onder meer geheimhouding en beveiliging de samenwerkingspartner moet voldoen. De samenwerkingspartner zorgt ervoor dat er passende technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen zijn genomen om te voorkomen dat er niet rechtmatige inbreuken plaatsvinden met betrekking tot de camerabeelden. 

5. Een daartoe bevoegde medewerker die voor of namens de het bestuur van de VvE werkzaamheden verricht of diens samenwerkingspartner beoordeelt of en onder welke voorwaarden beeldmateriaal kan worden ingezien als bedoeld in artikel 4, of kan worden verstrekt als bedoeld in artikel 5 van dit protocol.  

6. Het bestuur van de VvE draagt er zorg voor dat de camerasystemen periodiek worden gecontroleerd. Defecten worden direct hersteld. De VvE geeft daarvoor opdracht aan de samenwerkingspartner. 

1. De camera’s werken 24 uur per dag en/of worden geactiveerd door bewegingen in de algemene ruimten van het complex. Het beeldmateriaal, waarop natuurlijke personen te zien zijn, wordt digitaal vastgelegd; het gaat daarmee om een verwerking van persoonsgegevens waarop de AVG van toepassing is. 

2. Het cameratoezicht is verenigbaar en noodzakelijk voor het doel van beveiliging en toezicht. Het beeldmateriaal wordt uitsluitend gebruikt voor de doelstellingen van het cameratoezicht, zoals genoemd in artikel 1. 

3. De VvE kondigt via informatieborden/stickers aan dat er beeldopnamen worden gemaakt. De informatieborden/stickers zijn aangebracht op duidelijk zichtbare plaatsen op het complex. 

4. De camera’s maken niet meer inbreuk op de privacy dan noodzakelijk is voor de doeleinden. Daarbij zullen camera’s zo min mogelijk gericht zijn op individuele woningen en zullen geen heimelijke opnamen worden gemaakt, tenzij dit noodzakelijk is en dan alleen na zorgvuldige afweging als dit voldoet aan de eisen van de proportionaliteit en subsidiariteit. Het bestuur van de VvE zal dit kunnen motiveren. 

5. Cameratoezicht in de buitenruimte vindt beperkt plaats, als dit noodzakelijk is voor het beveiligen van bewoners, hun eigendommen en hun bezoekers, dan wel de eigendommen van medewerkers die voor of namens de VvE werkzaamheden verrichten.

1. Gelet op de bescherming van de privacy gelden de restricties voor het inzagerecht.  

2. Betrokkenen kunnen een digitale kopie van het beeldmateriaal opvragen bij het bestuur van de VvE. De betrokkene dient zich, ter vaststelling van zijn identiteit, in persoon te melden bij de betrokken personen van het bestuur van de VvE, waarbij hij een geldig legitimatiebewijs ter inzage moet geven. het bestuur zal dit legitimatiebewijs controleren, maar niet vastleggen. 

3. In beginsel heeft een betrokkene alleen recht op inzage van zijn eigen persoonsregistratie, dus beeldmateriaal waarop de betrokkene zelf te zien is. Het bestuur van de VvE kan beslissen dat geen inzage wordt gegeven als andere belangen, in het bijzonder de rechten en vrijheden van anderen, daaraan in de weg staan. 

4. Bij een aanvraag tot inzage van beelden dient de betrokkene het tijdstip en de tijdsduur van de beelden waarvan hij inzage verlangt zo nauwkeurig mogelijk aan te geven. Bijvoorbeeld tussen 21.00 uur en 21.05 uur.  

5. Het bestuur van de VvE zal voor inzage en opgenomen beeldmateriaal een kostprijs in rekening brengen.  

6. Het bestuur van de VvE beslist binnen vijf werkdagen over een verzoek van een betrokkene tot inzage van het beeldmateriaal. 

7. Beeldmateriaal kan niet meer worden ingezien indien dit na verstrijken van de (verlengde) bewaartermijn genoemd in artikel 6 gewist c.q. vernietigd is.  

1. Beeldmateriaal wordt alleen aan derden verstrekt als dit verenigbaar is met het doel van het verzamelen van de beeldopnamen zoals weergegeven in artikel 1. 

2. Het bestuur van de VvE kan in het kader van het afhandelen van een incident het beeldmateriaal verstrekken aan derden. Bijvoorbeeld aan een verzekeringsmaatschappij als dit noodzakelijk is voor de afhandeling van een schade. Het bestuur van de VvE zal in al deze gevallen steeds een afweging maken tussen de privacybelangen van de betrokkenen die op het beeldmateriaal te zien zijn en de belangen die gediend zijn bij de verstrekking van dit beeldmateriaal. 

3. Ook kan het bestuur van de VvE beeldmateriaal gebruiken in (civiel)rechtelijke procedures, als dit noodzakelijk is voor de (juridische) afhandeling van een incident. 

4. Beeldmateriaal wordt aan de politie verstrekt bij het doen van aangifte door het bestuur van de VvE als zij benadeeld is door een incident, of als hierom uitdrukkelijk door de politie wordt verzocht onder verwijzing naar de wettelijke regeling die hieraan ten grondslag ligt, dan wel als dit noodzakelijk is voor hun publiekrechtelijke taak uitvoering.  

5. De politiefunctionaris dient zich vooraf aan de betrokken medewerker die voor of namens het bestuur van de VvE optreedt te legitimeren.  

6. Derden die een aantoonbaar gerechtvaardigd belang hebben bij verstrekking kunnen het bestuur van de VvE om verstrekking van beeldmateriaal verzoeken. Deze verstrekking zal steeds verenigbaar moeten zijn met de doeleinden zoals in dit protocol benoemd, en moeten voldoen aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een incident waarbij de eigenaar of bezoekers van een naastgelegen perceel betrokken zijn en het beeldmateriaal uitsluitsel kan geven over de toedracht van dat incident.   

1. Het cameratoezicht vindt plaats door middel van een gesloten systeem. Beeldmateriaal wordt digitaal opgeslagen op een harde schijf of een vergelijkbaar opslagmedium; het systeem en het opslagmedium bevinden zich in een afgesloten ruimte die alleen toegankelijk is met een (digitale) sleutel of code. De samenwerkingspartner draagt zorg voor passende organisatorische en technische beveiligingsmaatregelen met betrekking tot het systeem. 

2. Het beeldmateriaal is in te zien door het bestuur van de VvE en medewerkers van de beheerder die uit hoofde van hun functie toegang dienen te hebben tot de camerabeelden, bijvoorbeeld om een incident te beoordelen. De beelden kunnen daarnaast ingezien worden door managers en juristen als dit noodzakelijk is voor de afhandeling van een incident. 

3. Het beeldmateriaal is in te zien door bevoegde medewerkers van de samenwerkingspartner, maar uitsluitend als dit nodig is in verband met technische redenen, bijvoorbeeld het verifiëren van een correcte en optimale werking van het camerasysteem en het onderhouden daarvan.  

4. Het beeldmateriaal wordt in beginsel niet ingezien door het bestuur van de VvE en de bevoegde medewerkers van de beheerder. Dit gebeurt wel als er een incident heeft plaatsgevonden. Het is aan het bestuur en de medewerkers van de beheerder om in redelijkheid, met het oog op het doel van het cameratoezicht, te beoordelen of er sprake is van een incident. Dan is de verlengde bewaartermijn genoemd in het volgende punt van toepassing. 

5. Het beeldmateriaal wordt gedurende beperkte tijd opgeslagen op het opslagmedium. Als dit opslagmedium vol is, worden de oudste beelden automatisch overschreven door nieuw beeldmateriaal en daarmee gewist. Afhankelijk van de activiteit die wordt vastgelegd door de camera’s houdt dit in dat beelden gemiddeld na circa 6 weken worden gewist en overschreven. Als zich een incident heeft voorgedaan, geldt een verlengde bewaartermijn. Dit houdt in dat de beelden die betrekking hebben op dat incident bewaard zullen worden zo lang als noodzakelijk is voor de correcte afhandeling van het incident. Een incident wordt in ieder geval als afgehandeld beschouwd, zodra er onherroepelijk vonnis gewezen is in een met betrekking tot dat incident gevoerde procedure. 

Voor de eigenaren loopt de informatieverstrekking via het bestuur van de VvE. Het bestuur van de VvE de (aspirant-) eigenaars van complexen waar cameratoezicht is bij het aangaan van het lidmaatschap van de vereniging dat beeldmateriaal wordt verwerkt voor de doeleinden en op de grondslagen als benoemd in dit protocol. 

De eigenaren van appartementen in het complex waar cameratoezicht wordt geplaatst worden per afzonderlijk schrijven op de hoogte gebracht van dit protocol. Het bestuur van de VvE stelt dit protocol via haar site ter beschikking aan eenieder die daarin geïnteresseerd is. Ter plaatse wijst de het bestuur van de VvE en/of diens samenwerkingspartner met bordjes/stickers op het cameratoezicht. 

Voor huurders loopt de informatieverstrekking via Schep. 

Schep informeert haar huurders van complexen waar cameratoezicht is bij het aangaan van de huurovereenkomst dat beeldmateriaal wordt verwerkt voor de doeleinden en op de grondslagen als benoemd in dit protocol. Huurders met lopende huurovereenkomsten van complexen waar cameratoezicht wordt geplaatst worden per afzonderlijk schrijven op de hoogte gebracht van dit protocol. Schep stelt dit protocol via haar site ter beschikking aan eenieder die daarin geïnteresseerd is. Ter plaatse wijst Schep met bordjes/stickers op het cameratoezicht. 

Klachten over het cameratoezicht en afhandeling van verzoeken om inzage en verstrekking kunnen ingediend worden bij het bestuur van de VvE. Wanneer wij in onderling overleg niet tot een oplossing komen, kan de betrokkene besluiten klachten voor te leggen aan de Autoriteit Persoonsgegevens.